CIRCUS BOUGLIONE.

 
Wanneer was het weer ? Het was in ieder geval voor de oorlog. In die tijd, zonder radio of T.V., waren er maar enkele dagen per jaar van ontspanning: de "Eerste Toog" met "Krakelingenworp" einde februari; de Kermis einde augustus en tussenin het bezoek van de circussen. Dagen op voorhand reed er een auto door de straten met een luidspreker op het dak, waaruit aangekondigd werd dat op een bepaalde zaterdagnamiddag het "Grand Cirque Bouglione" zijn tenten zou opslaan op de Vesten.

Eénmaal per jaar bracht het "Cirque Bouglioné" een bezoek aan ons stadje. Dit duurde exact één dag. Het was in die tijd het grootste Europees circus. Er kwamen nog andere circussen , maar die waren veel kleiner. Vooral de circussen "Semay" en "Libot" kwamen regelmatig. We gingen er met school naartoe, want deze bleven meer dan een week staan.

Over het algemeen stonden die circussen opgesteld op de "Vesten". Circus Semay en Libot namen een klein gedeelte in, maar Bouglioné bezette de gehele Vesten.

In die tijd was er nog school de zaterdagvoormiddag, maar hij, de kleine pagadder van ongeveer 8 jaar oud, kon niet vlug genoeg zijn middageten naar binnen slikken om ook maar niets te missen van de aankomst van het circus.

Per trein en langs de weg kwamen tientallen wagens aan. Het was een enorme kleurrijke caravaan. De modernste woonwagens getrokken door supermoderne trekkers met enorme glinsterende verchroomde koplampen en bumpers gevolgd door grote wagens met allerhande wilde dieren. De olifanten werden met de trein vervoerd en kwamen in hoge goederenwagens aan in het station.

Met een groot orkest op kop marcheerden zij door de straten naar de Vesten. Het was een groots spektakel en er liepen tientallen kinderen mee. Langs de "boulevard" zou de caravaan de Vesten bereiken. Het circus bleef maar één dag staan. Terplaatse werden jonge mannen aangeworven om de enorme tent met drie masten op te trekken. Er stonden ook nog kleinere tenten voor de giraffen en de olifanten en daartussen in de wagens met kooien waarin leeuwen en tijgers zaten.

Wat een bedrijvigheid ! Er was maar één vertoning en de kaarten voor deze vertoning konden reeds een week op voorhand gekocht worden. Na de vertoning werd het circus ogenblikkelijk afgebroken en vertrok het naar een andere stad waar de volgende dag terug maar één vertoning opgevvoerd werd. In grote steden, zoals Brussel en Gent, bleef het natuurlijk meerdere weken staan.

Alles kon bezocht worden, mits betaling natuurlijk : de woonwagens, het afgesloten terrein met de wilde dieren en de tent met de olifanten.

Een knaap van zijn leeftijd met zwarte krullen trok hem mee. Hij sprak Frans waarop hij alleen maar "oui" of "non" kon antwoorden. De zwarte krullekop was voorzeker de zoon van een baas want zij mochten overal binnen zonder betalen.

De uren vlogen voorbij en honderden mensen drumden aan de ingang van de grote tent. Er waren drie pisten, rond iedere mast één. De optredens gebeurden terzelfder tijd in de drie arena's en in de lucht.

Hij kon zijn ogen niet geloven als hij het interieur zag van de grootste woonwagen. In vergelijking met zijn armzalig keukentje en voorplaats was dit een paleis. En dan het slaapgedeelte met een enorm groot bed ! Andere woonwagens waren niet zo luxueus maar toch zeer comfortabel. Hij kon niet begrijpen dat zoiets bestond : een kasteel op wielen !

De betovering van dit alles was zo groot dat hij tijd en uur vergat en plotseling zag dat het reeds pekkedonker was.

Zijn ouders waren wel gewoon dat hij ganse dagen op straat rondhing, zijn moeder noemde hem een "stroatbarakke" , maar zolang hadden zij nog niet op hem moeten wachten. Zij was reeds aan alle hoekn van de straten gaan roepen : "Willy, naar huis komen". Maar Willy kon het niet horen aangezien hij tussen de circuswagens aan het spelen was met zijn nieuw Frans vriendje.

Plotseling besefte hij dat hij eindelijk eens aan huis moest denken en toen hij met tegenzin afscheid nam van zijn vriendje, zag hij de witte kop van zijn moeder (zij was op vroege leeftijd grijs geworden) tussen de barakken verschijnen.

De begroeting was energiek : een paar klappen rond zijn oren en een flinke duw in de rug. Op weg naar huis kreeg hij nu en dan nog een duw om het tempo te verhogen. Hij dacht : "Als moeder al zo kwaad is, wat zal het dan zijn met vader ?"

Dit was heel eenvoudig : hij heeft de rammeling van zijn leven gekregen. Gedurende een volle week kon hij niet zitten zonder ergens pijn te hebben. Zijn moeder vertelde hem later dat hij van boven tot onder zwart zag en verschrikkelijk naar de "wilde beesten" stonk. Wat hij toen niet begreep was dat zijn ouders enkele uren doodsangsten hebben uitgestaan.

Nu, vele jaren nadien, in tijden van "Kinderrechten" en "Gaya" en het verbod van lijfelijke straffen, kan hij nog altijd begrip opbrengen voor zijn ouders en denkt hij dat hij wel degelijk zijn "rammeling" verdiend had.

Ondanks alles was het toch een enorm avontuur geweest !

ANDERE VERHALEN.