1. HET SCHIP. - dit schip was gebouwd in Zeeland en had gevaren onder de benaming "De Twee Gebroeders". - het werd (nog voor de oprichting van de O.C.) aangekocht door Thomas RAY (een van de latere directeurs van de O.C.) die dit schip liet varen naar China onder bevel van de Oostendse kapitein WAERSEGERE. - het werd aangekocht door de O.C. en te Oostende gans hersteld tot een fiere driemaster van 400 ton met 30 kanonnen en uitgerust voor een honderdtal bemanningsleden. De gemiddelde tonnenmaat van de schepen van de O.C. was 400 ton - de tonnenmaat van de Prins Filip is 28.833 bruto ton en 11.596 netto ton. De gemiddelde lengte van de schepen was 30 meter, gem. breedte was 7 meter en gem. diepgang 3 meter. - het schip werd enkel door het gebruik van zeilen voortgedreven. Men had alsdan nog geen sextant, geen chronometer en geen dieptemeter doch wel een kompas, zeekaarten, dieplood en vooral de ervaring en nota's van koene zeelieden. 2. DE KAPITEIN (Johannes DECLERCK) Vader - Franciscus DECLERCK geboren te Brugge in 1667 kwam naar Oostende en huwde Katelijke DE ROOS. - werd op 2 juni 1705 benoemd tot kapitein van "Het Serpent" een kustwachter om de oostendse vloot tegen zeerovers en kapers te beschermen. - overleed op 17 februari 1729 (62 jaar) Johannes - geboren op 19 september 1694 (vader 27 jaar). - in 1719 (25 jaar) vaarde hij als kapitein van de "Prins Eugeen" (eigendom van de gebroeders MAELCAMP naar Mozambique (O.Afrika) en Malabar (W.Indië). - in 1720 terug in Oostende. - in 1721 vaarde hij naar Suratte (Indië) als onderkapitein van de "Stad Gent" (eigendom van DE KIMPE). - in 1725 en 1726 vaarde hij als kapitein van de "Keyserinne" in dienst van O.C. naar Kanton in China - in 1732 vaarde hij als kapitein van de "Hertog van Lorreinen" naar China. - in 1756 was hij schepen van Oostende. Huwelijksleven - op 14 juli 1722 huwde hij met Agnes BUDDAERT en had met deze vrouw VIER kinderen: 1. Agnes: leefde slechts enkele dagen 2. Johannes: werd geboren op 2.5.1725 toen zijn vader de Kaap de Goede Hoop rondde. Deze leefde 62 jaar. 3. Karel: leefde één maand. 4. Michiel: leefde drie maanden. Een maand na de geboorte van Michiel stierf zijn vrouw. - op 9 januari 1729 hertrouwde hij met Maria Jacobina VAN ACKERE bij wie hij twee kinderen heeft gehad 1. Pieter: deze wordt prior van de Dominicanen te Brugge en leeft 62 jaar. 2. Maria-Theresia: levensduur onbekend. Zijn tweede echtgenote stierf 10 dagen na de geboorte van haar tweede kind - op 4 januari 1735 huwde hij voor de derde keer en zulks met Maria Isabelle DE GENELLES een weduwe die overleed op 2.8.1749. - op 24 januari 1751 huwde hij voor de vierde maal en zulks met Maria Anna VAN DEN BERGHE die 20 jaar jonger was. Met deze vrouw had hij drie kinderen: 1. Maria: stierf na 4 jaar. 2. Albert: leefde 20 dagen. 3. Salomon: leefde 68 jaar. Overlijden : op 4 november 1764 stierf onze Johannes DECLERCK op de leeftijd van 71 jaar. 3.BEMANNING. 3.1.HET SCHEEPSVOLK. - de kapitein (Johannes DECLERCK) - de onderkapitein (Guillaume DE BRAUWER) - één cappelaen - één luitenant - 3 stuurmannen - 1 pilotin (navigator) - 3 schrijvers - 2 onderschrijvers - 1 chirurgijn - 1 onderchirurgijn - 1 bootsman - 1 scheepsman - 1 constabel (kruitmeester) - 1 constabelsmaat - 1 timmerman - 2 timmermansmaten - 1 zeilmaker - 1 hofmeester - 2 koks - 1 kokshulp - 1 beenhouwer - 1 kuiper - 1 kuipersmaat - 1 cavie (drankmagazijnier) - 4 kwartiermeesters - 1 pruvoost (gendarm) - 1 kajuitwachter - 44 matrozen - 6 oplopers - 6 scheepsjongens Er was dus - bij de afvaart - 93 man scheepsvolk aan boord. Dit was nodig voor het vele werk en omdat er ook onderweg doorgaans heel wat stierven. 3.2 DE SUPERCARGOS. Dit waren de kooplieden in dienst van de compagnie gelast met alle handelsverrichtingen in de vreemde. Zij stonden niet onder het bevel van de kapitein en iedereen moest hen met beleefdheid behandelen. Het waren: Jean TOBIAS, Pieter VAN HEURCK en André LANSWEERT. 3.3.NATIONALITEIT. 68 Vlamingen waarvan 52 Oostendenaren 15 Fransen 2 Engelsen 4 Hollanders 2 Duitsers 1 Ier 1 Noor 3.4.OUDERDOM. - de oudste was 56 jaar (Constabel Antoon PIETERS uit Oostende) - de kapitein was 30 jaar - de onderkapitein was 40 jaar - de gemiddelde leeftijd van de overigen was 25 tot 30 jaar - de jongste was de scheepsjongen Mattheus SAELENS uit Oostende, amper 15 jaar 3.5.GESTALTE. - 18 waren groot waaronder de kapitein - 52 waren middelmatig - 22 waren klein - 1 niet vermeld 3.6. HAARKLEUR. - 9 waren blond - 10 waren zwart - 29 waren bruin - 45 waren chatain (rostekoppen) 3.7. VERDIENSTEN. - supercargos verdienden 225 gulden per maand - de kapitein verdiende 150 gulden per maand - de onderkapitein verdiende 60 gulden per maand - de overige verdienden minder tot 14 gulden per maand voor een matroos en 3 gulden per maand voor een scheepsjongen . De supercargos en de kapitein mochten daarenboven voor eigen rekening nog koopwaren meebrengen verpakt in voor elk 4 kisten van 5 voet lang (1.-50 m), 3 voet breed (0.90 m) en 3 voet hoog (0.90 m). De overige leden van de bemanning was het ten stelligste verboden enige koopwaar mede te bren-gen. 4. KOOPWAAR. Heenreis: geld, lood en eigen produkten. Terugreis: thee, porselein, fijne stoffen, specerijen en diamanten 5. VERLOOP VAN DE REIS. - 20.01.1725: (Zaterdag) Om 4 uur in de namiddag werd de haven van Oostende uitgevaren met een ZZOwind , om vervolgens veertien dagen op de rede van Oostende te blijven liggen voor het opslagen van proviand en koopwaren. Het geld werd slechts juist voor het vertrek aan boord gebracht. - 03.02.1725: Om 11.30 u werden er zeven kanonschoten gelost de zeilen werden gehesen en de schepen vertrokken. Het strand stond vol volk. - 25.02.1725: Aan land te Santa Cruz (Tenerife) om ballast en drinkwater op te slaan. - 05.03.1725: Na een verstekeling aan land te hebben gezet werd er vertrokken....langs de Kaap de Goede Hoop. - 15.06.1725: De straat SUNDA werd bereikt (tussen SUMATRA en JAVA). De chaloupe (sloep) vaarde voorop om de diepte te peilen. Er werd aan land gegaan om vers voedsel op te slaan. - 10.07.1725: MACAO aan de monding van de rivier van KANTON wordt bereikt ( ongeveer zoals de Schelde bij Vlissingen-Antwerpen). Er komt een loods aan boord. - 24.07.1725: Aankomst te KANTON (reisdoel) en verblijf aldaar van vijf maanden. De supercargos deden goede zaken terwijl het schip grondig nagezien en hersteld werd. De masten werden ingekort om beter te kunnen varen. Er moesten Chinezen in dienst genomen worden voor het vele werk. Het schip werd geladen. - 01.01.1726: Aanvang van de terugtocht opnieuw langs Kaap de Goede Hoop. - 03.04.1726: Eiland St. Helena in het zicht. - 09.04.1726: Aan land op het eiland ASCENSION Verder werd er teruggevaren via de SHETLAND eilanden omdat deze route veiliger was voor kapers. - 19.06.1926: Aankomst in de haven van Oostende. De reis had dus 17 maanden geduurd hetzij 6 maanden heenreis, 6 maanden terugreis en 5 maanden ter plaatse. 6 CONTACTEN MET HET ZUSTERSCHIP. - Op 20 januari 1725 was de "Keyserinne" uitgevaren samen met nog twee andere schepen: de"Marquis de Prié" (kapitein Adreas FLANDRIN) en de "Carolus VI" (kapitein Jacques DEWINTER). De"Marquis de Prié" is steeds samen gebleven met de "Keyserinne" terwijl de "Carolus VI" die als bestemming Bengalen (Indië) had, kort na de afreis een eigen koers vaarde. - Tussen de "Keyserinne" en de "Marquis de Prié" was er voortdurend contact. Meestal was dit contact visueel met seinvlaggen en desnoods met kanonschoten. - Regelmatig werd er heen en weer gevaren met de chaloupe zoals ondermeer naar aanleiding van de ziekte, het overlijden en de begrafenis van kapitein FLANDRIN. 7. LEVEN AAN BOORD. - Er was veel volk aan boord en derhalve een intens sociaal contact tussen de opvarenden. - op 23 april 1726 (midden de oceaan) werd er op de "Keyserinne" een toneelstuk opgevoerd (kluchtspel) waarbij ook veel bezoekers van de "Marquis de Prié" aanwezig waren. - er waren ook veel godsdienstige plechtigheden, soms zelfs met processies zoals op Witte Donderdag en op Goede Vrijdag. Ook bij iedere begrafenis was er een grote plechtigheid. - in de eerste weken werd er vers vlees, groenten en fruit gegeten doch daarna moest men overschakelen op gepekeld vlees, gedroogde vis, erwten, bonen en beschuiten. 8. OVERLIJDENS. Op Zee - begrafenisplechtigheid - lijk over boord - openbare verkoop van de bezittingen van de overledene. De opbrengst werd dan bij de terugkeer in Oostende aan de rechthebbende familieleden overhandigd. In China - begrafenisplechtigheid - begraving in christelijke grond Tijdens de reis van de "Keyserinne" zijn er in het totaal 16 bemanningsleden overleden. 9. PIRATERIJ. - In het begin van de achttiende eeuw bestond er nog volop piraterij en zeker in het nauw van Kales, reden waarom er langs Schotland om werd teruggekeerd. - Van zodra er een vreemd schip opdook maakte men zich klaar voor de aanval. - De "Keyserinne" heeft slechts één klein zeegevecht moeten leveren in de nacht van donderdag 9 op vrijdag 10 mei 1726. Na vijf kanonschoten waarbij de tegenstander schade opliep koos deze het hazenpad. - Er werd aan boord regelmatig geoefend. De bemanning van de "Keyserinne" bestond uit goede zeelieden die evenwel niet konden doorgaan voor geoefende soldaten. 10. RECHTSMACHT. Aan boord was de kapitein tevens rechter. Behalve enkele routine tussenkomsten bij drink- en vechtpartijen is er slechts éénmaal moeten ingegrepen worden namelijk in China toe een matroos betrapt werd op diefstal en verkoop van ijzeren hoepels. De matroos werd in de boeien geklonken. 11. LOGBOEK. Het logboek van de "Keyserinne" werd iedere dag nauwkeurig bijgehouden door de onderkapitein Guillaume DE BRAUWER. Enkele voorbeelden: Januari 1725 Saterdags den 20 dag.Sachermiddags omtrent de clock 4 uren seylden wij uit de havent van Oostende, met een favorabel wint van 't ZZO tot op de ree, alwaer wij an't anker quaemen, in 8 I/2 vadem diepte, sant grondt. In de nacht de wint suyden. Februari 1725 Sondags 11e dag. In de voormiddag is de Captn gaen liggen met de korssen. Saegen drie schepen in lie van ons die zuyd over laegen. July 1725 Sondagh primo.Van den avont met sons onderganck de locht geheel rood met striepen. Waeren van gedachten dat men soude wint gecreegen hebben, men seght dat alhier omtrent de golf van Siam somtijds een spetie van orkaan bevonden wert, doch wij hebben Godt zij gedanckt mooy weer. Augustus 1725. Sondagh 12e dag. Laber coelte onder groote hitte. Omtrent de middagh stierde ick de chaloupe naar Canton. November 1725. Donderdagh primo. Heyligh dagh synde hebben niet uytgerecht. Dinsdag 18 juni.....Op de banck commende sleepten langs de gront, waerdoor ons schip niet wilde stieren. Eindelijck schokten daer over ende kreegen d'havent. Het schip in 't bij loeven sijnde ende de stroom dat het achterschip vatte, quaem op de plaet in de havent, doch door het helpen van perlynen, volck ende sloepen, rechten daer af ende quaemen omtrent de klock 4 uren omtrebt de pompe, alwaer wij het schip vast maeckten onder het schieten van 13 canonschooten ende werden bedanckt van de stadt met 9 schooten. Zo eindigt het scheepsjournaal van de "Keyserinne". TECHNISCHE GEGEVENS : TONNEMAAT De grootte van een schip wordt uitgedrukt door de waterverplaatsing van dit schip. De eenheid is een ton en dit is gelijk aan de verplaatsing van één kubieke meter water. Men maakt een onderscheid tussen brutoton en nettoton.. Brutoton is de inhoud van alle ruimten. Nettoton is de bruto tonnemaat onder aftrek van alle plaatsen in gebruik voor de voortstuwing, besturing, verblijven voor de bemanning...hetzij dus de inhoud van alle ruimten voorzien voor het plaatsen van de te vervoeren goederen en passagiers. VOET Amsterdamse voet = 0.283 meter. |